- man
- {{man}}{{/term}}1 [volwassen mannelijk mens] man2 [mens] man ⇒ human3 [echtgenoot] husband4 [flink persoon] man5 [lid van een bemanning] man, hand6 [lid van een groep/team] man7 [in samenstellingen] [met betrekking tot een beroep] man 〈zie voorbeelden 7〉♦voorbeelden:1 de aangewezen man voor dat karweitje • the best/obvious man for the jobbeste man 〈ook ironisch〉 • my dear fellow/mande goede man weet nog van niets • the poor man/fellow knows nothing yethij is hier de grote man • he is the big boss herehij is geen vrij man • he is not his own manhij is er de man niet naar om • he is not the (sort of) man who wouldop de man spelen • 〈sport〉 go for the man/player; 〈figuurlijk〉 get personaleen man uit duizenden • a man in a millioneen man van de daad/wereld • a man of action/the worldeen man van weinig woorden • a man of few wordshij is een man van zijn woord • he is as good as his wordals mannen onder elkaar • man to manach man, hou toch op • ah, come off it2 〈figuurlijk〉 man en paard noemen • give/tell the whole story10.000 man publiek • a 10,000-strong audience〈figuurlijk〉 de gewone/kleine man • the man in the street, the common manvijf man sterk • five strongiets aan de man brengen • sell somethingiemand recht op de man af iets zeggen • give it to someone straightiemand iets (recht) op de man af vragen • ask someone a point-blank question, ask someone something straight〈sport〉 man tegen man • man-to-maneen tientje de man • ten guilders eachals één man • as one (man)〈spreekwoord〉 een man een man, een woord een woord • an honest man's word is (as good as) his bond〈spreekwoord〉 een gewaarschuwd man telt voor twee • forewarned, forearmed3 aan de man komen • find (oneself) a husband/manzijn dochters aan de man brengen • marry off one's daughters4 zijn verdriet dragen als een man • bear one's grief/take it like a man5 〈van schepen〉 met man en muis vergaan • go down with all hands6 met man en macht aan iets werken • make an all-out effortzich met man en macht tegen iets verzetten • resist something with might and main〈sport〉 laatste man spelen • play sweepermet hoeveel man zijn we? • how many are we?7 bloemenman • florist, flowerseller¶ onder die voorwaarden ben ik je man • under these conditions, I'm with you
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.